gedichten, gedachtes 3 |
|||||
Aantekeningen over mijn beleven, belevingen vanaf september 2020
09 09 2020 steeds weer de taal, die opent, oproept, doet ontstaan schept mij dagelijks
geloof is een woord wat ik geloof of niet, maar de taal vertaalt mij
leren: kennis of inzicht, wat wordt gewenst, wat is noodzakelijk
11 09 2020 de wil, behoefte die zich steeds uitdrukt. alleen in vorm verschillend
12 09 2020 verwachtingsvolle spanning. leidt naar en van mij zelf af. verschuilt mij
handelen is de conclusie van reflectie zo doe en laat ik
15 09 2020 de werkelijkheid lijkt waar te zijn. waar? zeker maar dan alleen daar
goed lijkt saai spanning ontbreekt. evenwicht heerst. niets nodig wat beheerst
tijdmachine van de smaak: maakt herinnering heden: wat was wordt nu
16 09 2020 het zijn wordt iemand wordt begrepen, bedacht: ‘god’ het zijn onttrekt zich
herinneringen zijn ervaringen. verhalend concludeer ik en leef voort
bewustwording is een ommekeer: van alles blijkt anders anders
houding levert doen voorbepaling wat volgt, voort bepalend wat was
17 09 2020 godsdienst is beeld van wat is. het stopt mysterie weg in een verhaal
09 09 2020 steeds weer de taal, die opent, oproept, doet ontstaan schept mij dagelijks
geloof is een woord wat ik geloof of niet, maar de taal vertaalt mij
leren: kennis of inzicht, wat wordt gewenst, wat is noodzakelijk
11 09 2020 de wil, behoefte die zich steeds uitdrukt. alleen in vorm verschillend
12 09 2020 verwachtingsvolle spanning. leidt naar en van mij zelf af. verschuilt mij
handelen is de conclusie van reflectie zo doe en laat ik
15 09 2020 de werkelijkheid lijkt waar te zijn. waar? zeker maar dan alleen daar
goed lijkt saai spanning ontbreekt. evenwicht heerst. niets nodig wat beheerst
tijdmachine van de smaak: maakt herinnering heden: wat was wordt nu
16 09 2020 het zijn wordt iemand wordt begrepen, bedacht: ‘god’ het zijn onttrekt zich
herinneringen zijn ervaringen. verhalend concludeer ik en leef voort
bewustwording is een ommekeer: van alles blijkt anders anders
houding levert doen voorbepaling wat volgt, voort bepalend wat was
17 09 2020 godsdienst is beeld van wat is. het stopt mysterie weg in een verhaal
20 09 2020 ik stel mij voor, het is – maar – een voorstel. maar de voorstelling draagt mij
zonder inhoud ben ik verveeld. gemis: mis het noodzakelijk uitzicht
21 09 2020 gewoon is gewoon goed. anders dan dynamisch evenwicht, dat stelt
ouder, steeds groter de zondeval: bewuster van mijn eindig zijn
22 09 2020 intimidatie van inhoud, vorm, die zichzelf oplegt, overschreeuwt
er zijn principes krachten en vormen. abstract verenigt concreet
principes en de vormen: abstract naast concreet het verenigt Het
elk woord een schat aan inhoud en dat zeventien lettergrepen lang
24 09 2020 taal en landschap, ik wil, als alles, ze één. zoek de vereniging
ik heb meer dan en toch zoeken. onvoldaan door wat onvervuld blijft
corona als de metafoor: het drukt uit hoe we ‘samen’ leefden
25 09 2020 ik, een wil en de mens daaronder, die is en moet laten zijn
26 09 2020 dit verhaal, daarin kom ik thuis. en geen rede die zich laat kennen
27 09 2020 wat is, overkomt je. zonder voorbedachte rade is het wat ik ben
besef mijn leeftijd en toekomst. voel het anders wat schijnt schrijnt, zo blijkt
29092020 een samenleving is in-dividueel, draagt en doet ons ‘ik’ zijn
03 10 2020 frictie aanvaarden niets is in één zin te vangen schrijf ik in één zin
vertaald tot woorden wordt ballast aanvaardbaar en ik rust in taal
04 10 2020 het leven weerkaatst tot zijn vorm. haar bestaan blijft duister tot het licht
voorbij verklaarbaar of eigenlijk ervoor, is wat verrast, schokt, wat is
05 10 2020 het woord uitbeelden binnenkomen in de taal ik vorm om wat spreekt
06 10 2020 de houding herken ik, de invulling niet. Stel mij open en zie
alles onder jouw controle, in harmonie volgens jouw verstaan
07 10 2020 al wat wij doen drukt gemis uit. verstopt in de verlangende vorm
08 10 2020 er heerst onrust naast verzoening, daar kom ik thuis staat van zijn, die is
zelf contact (moeten) maken, of een schakel in verbinding is noodzaak
10 10 2020 zijn is niet zijn, er ergens aanwezig, er is de eeuwigheid zijn
alles nalatend verdwijnen, loslaten, een weg van en/ of naar?
13 10 2020 nog zoveel willen weten, kunnen, maar eindig moet dat kunnen zijn
15 10 2020 de geest schept zich een wereld, zoals zijzelf en voelt zich bevestigd
16 10 2020 woorden scheppen een verband, waarin ik thuiskom taal (ik) spreek(t) mij aan
20 10 2020 samen zijn zij één vullen elkaar aan: meer mee- dan tegenstelling
21 10 2020 apart of samen: de tegenstelling: alles vraagt haar aanvulling
23 10 2020 maak mij mee tussen binnen- en buitenwereld daar beleef ik mij
25 10 2020 mediteren is stilstaan en zien. een woord kwijt werkt ook zo
26 10 2020 omdat ‘gewoon’ schijnt te bestaan blijkt alles in wezen bijzonder
27 10 2020 traditie biedt een weg. vorm voor inhoud. symbool van wat eens werkte
28 10 2020 op het strand besef ik de inhoud van invloed ik sta op drijfzand
mijn gang is deel van de gang, die gaat. vrijheid is mij geschikt tonen
het bestaan voelend. een ander als oorzaak: schijn heilig misverstand
29 10 2020 val uit organisch verband. noodzaak tot eigen orde, want ik weet
val uit de onschuld weet van mijzelf. Noodzaak tot eigen ordening
30 10 2020 mijn bestaan vereist een begrijpelijk verhaal waarin ik geloof
wat leeft kent een on gekend verhaal. het geloof bedrijft een poging
31 10 2020 groter verband, een/ het intuïtief besef een/ de/ mijn wil wil
03 11 2020 jezelf zijn is in en buiten jezelf treden volg wat reëel blijkt
niet zijnd, wie wij zijn klimwand, die wij mee maakten een schim, die mij speelt
05 11 2020 ‘het boek schrijft zichzelf’ zegt de schrijver. het leven ook. kunst als beeld voor
vorm een begrip, als heel; het vormt daarmee niet heel wat samen weer heelt
iets wordt iets door de grens, anders zijn vormt. volmaakt lost in zichzelf op
10 11 2020 een zin, zijn toekomst de, het punt. betekent wat ik eruit lees
11 11 2020 ben een maker, ont- staan boeit mij: wat geweten wordt: inzicht als beeld
in beginsel, grond, geen tegenstelling, wel in wat zich hieruit vormt
wat je bent vormt wat herinnerd wordt, die zeef zegt wat en hoe het was
14 11 2020 om te beginnen is het geloof in taal: het woord maakt zich zo waar
een heel lang jaar, net als vroeger. besef van tijd verlengt zo de duur
inspiratie is perspectief: een punt waarop ik mij kan richten
de handeling of intentie, wat bepaald, zie ik, of wil ik zien
16 11 2020 een plek, waar denken stagneert, maar het gevoel zicht in onverkend herkent
18 11 2020 de mens rafelt aan het leven: alles heeft zij, en met zijn tegendeel
als mij, zo anders gelijk; via jou erger ik mij aan mijzelf
21 11 2020 alles glijdt voorbij en alles blijft, toch, hier, dus is er wel geen tijd
22 11 2020 gewone wereld of ontroerd zijn. misschien is bestaan beiden samen
23 11 2020 de werkelijkheid zit in je hoofd: daar maak je mee wat er plaatsvindt
24 11 2020 de wil, onrust, het voortgedreven moeten, de keerkant van mijzelf
de werkelijkheid zit in je hoofd: daar maak je mee, wat hier plaats vindt
getroffen worden door wat ook, het treft: pijn of geluk, het is zijn
25 11 2020 om alles is mijn orde, muur om mijn verstaan om zijn, zoals ik
de taal verstaat mij herken mij door die woorden rust mij in die taal
26 11 2020 een houding, die is of verbergend zijn. de keuze blijkt steeds wezenlijk
27 11 2020 zoek, maak mijn eigen ruimte, werkelijkheid, die beschut, die mij redt
mij plaats voelt anders heel soms deels mede deelbaar soms bij jou, of hier
mijn vader voerde strijd met zichzelf, want het moest lukken; en ik, zo ook…?
29 11 2020 niet samenvallen met mijzelf: bron van wat niet wil lukken: maakt kwaad
30 11 2020 de ruzie, zoek de zeven fouten, en van wie dubbelheid voel ik
02 12 2020 voel mij vormend deel van wat is. zo geheeld aan het helend geheel
het gaat anders, toe - val bepaalt; juist zo toont de werkelijkheid zich
03 12 2020 ordenen: waar plaats ik wat over alles gaat: kunst, kennis, zijn
04 12 2020 begrijpelijkheid een logica die plaatst, verplaatst benoemd maakt anders
taal stuurt en stelt voor het woord schept zichzelf, haar inhoud wordt werkelijkheid
wel een geloof in elk moment, anders dan in wat dat draagt: wat vormt
05 12 2020 angst om te falen doet mislukken: sterkende kracht schept mij de kans
iedere dag weer ruimte. of leegte: opdracht tot: de vrijheid dwingt
maak ordening tot organisatie, tot een wellevend geheel
07 12 2020 fantastisch, die taal geloof in meer is mooi, maar weten sluit ruimte uit
wat ik jou zeg, spreekt nog meer mijzelf aan: allen in wezen gelijk
11 12 2020 kennis, oorzaak en gevolg, verklaart maar raakt mij niet: doodse aandacht
behoefte aan eens de harmonie, die draagt, mij optilt tot al-één
14 12 2020
'betekenis' zegt het: alles is symbolisch vorm voor inhoud
symbool spreekt van het onuitspreekbare taalloze vorm wijst naar inhoud
15 12 2020 alles in orde wat probleemt zit in ons hoofd wij onze oorzaak
16 12 2020 alles komt voort uit wat voortbrengt: potentie, die zich daardoor ontlaadt
17 12 2020 het wezen is wat het is, niet af te beelden altijd iets anders
de vrije wil volgt ziet en weet wat nodig is hoe onvrij ben ik
19 12 2020 confronteren, of koesteren, welk antwoord wil ik, of blijkt voedend
20 12 2020 de vrije wil volgt ziet en weet wat nodig is hoe (on)vrij ben ik
pennekras, herken niets, tot ik een vier zie. het blijkt gewoon een vier
21 12 2020 zienswijze: het beeld biedt de verklaring; en de mogelijke kwetsing
22 12 2020 beeld als voorbeeld illusie van veiligheid mijn schijn bedriegt mij
lees wat ik eens schreef herken mij nu: veel anders maar ook niet, er blijft
gezakt door de vloer van gewoon, schokkend wat dan blijkt: wat normaal lijkt
24 12 2020 de droom wordt waar, en daar, waar we niet voor kiezen verrast ontwaar ik
25 12 2020 open houding en sterke, eigen wilskracht, een levend dilemma
ik ondergeschikt mijn meerdere in mijzelf verlangen fluistert
26 12 2020 het wezen is, heeft geen vorm, is niet te omschrijven want dat begrenst, vormt
28 12 2020 alles is symbool in het streven naar tevreden het verhaalt wat was
wordt wakker, kom, plot, ik heb je nodig, vertel mij hoe het wel is
29 12 2020 soms daalt er een rust op mij neer. alles voelt goed ik ben mij vredig
alles is symbool in het streven naar tevreden spiegel van wat was
wijzer of kennis binnen - buiten, kracht of macht waar de versterking
30 12 2020 ik bevestig mij verwoord wat ik ervaar, voel mij voelend, maak mee
door de lucht verschijnt het licht, er schept zich een nieuw vandaag, ik maak mee
04 01 2021 de macht van de groep vangt de gekwetste, waarna het eigene marcheert
05 01 2021 de mens behoeftig moet iets met vrij zijn, die ruimte als opdracht
06 01 2021 de metafoor heerst taal bezweert: de boodschap wordt geloofsartikel
07 01 2021 ik kies vertrouwd, maar soms kiest iets mij, ongewild blijkt juist bevrijdend
verwachting herkent zich zelden in wat echt waar blijkt: dat verrast steeds
08 01 2021 ik weet, maar gevoel weet zekerder, bindt en stuurt, ontregelt kennis
12 01 2021 het goede is snel gewoon. wat dat doorbreekt lijkt de werkelijkheid
13 01 2021 taal is beeldspraak, het zegt iets, maar te weinig roept op en ik vul in
binnen is ruimte gewoon het eenduidig zijn daar is stilte sterk
schrijven betekent muzikaal zijn, de klanken rijmen elkaar tot zin
wat ik ben is de vorm, identiteit, verhaal verontruste stilte
14 01 2021 waarderen is ik weet hoe dat was, eens. iets heels vol-ledig zijnd, eens?
15 01 2021 geloof dat omvormt niet enkel ordent, dat dringt tot in mijn levenspijn
16 01 2021 elke ochtend mij weer opladen aan brood, krant en een goed boek
altijd een beetje vrijgezel: tussen boeken en raam maak ik mij mee
behoefte aan een ervaring: verontrusting schijnt levenskrachtig
17 01 2021
lock down, ik lees vooruit naar nog onbekend en hoor terug, herinner mij
18 01 2021 even alles in evenwicht, moment van 'er' zijn, aanwezig, nu
19 01 2021 gewoon is gewoon op afstand. dichtbij blijkt steeds alles anders, vreemd
eindigheid, eerst iets voor later. nu meer een straks onderga mijzelf
20 01 2021 de geest stelt zich voor stof heeft zich gevormd, de mens realiseert het zich
geloof: hervonden haard voor verloren zoon, beiden brandend verlangen
21 01 2021 dynamiek spiegelt zich. film wordt foto. en zie wat het met mij meemaakt
22 01 2021 wezenlijk meer, dat mij draagt, zich mij toevertrouwt mij grond, doet bestaan
het gewone als gewoon, gevestigd, vesting woonhuis van daar zijn
23 01 2021 religie, noodzaak van in een (het, mijn) verhaal te geloven
26 01 2021 de dag begint met jou, dus wij, dan boek na brood alles verbindend
27 01 2021 het gaat om de vraag die verbindt met waar ik naar vraag, het antwoord scheidt
veranderend blijk ik onveranderd; ben, die ik ben en kan zijn
leven schept zowel kwaad als het slachtoffer en beiden zijn beiden
30 01 2021 het is, zoals het is zie ik de ruimte of beperking het is, zoals ik ben
het gaat om de vraag die verbindt met haar kwestie en een antwoord scheidt
ik schipper op de golven van mijn tijd. geloof dat niets anders kan
smaak aard mij in wat was: ik her- inner mij en waardeer daardoor zo
01 02 2021 alles aanwezig wat werkt groeit. vormt een vorm naar en in de wereld
07 02 2021 ik zie een beeld van mij en dat ben jij. of de sneeuw. het spiegelt mij
ik verzet een stoel en weet dat ik het ga doen nog voor mijn keuze
10 02 2021 steeds anders willen draagvlak kantelt. gemis schrijnt eist genoegdoening
wat ik krijg ontvang ik niet: het komt niet, van wie ik het moest krijgen
13 02 2021 van samenraapsel tot afschraapsel. wat blijft als draagvlak, anders dan ' ik'
taal kent het helder contrast, het leven vooral een vertroebeld zijn
18 02 2021 mijn huid mijn zintuig bloot aan de wereld tintelt een mij raakt anders
20 02 2021 mijn gevoel als een verloren zoon: geef thuis wat huisvesting vraagt
ik wil wat ik wil – verlangend zo behoeftig – spanning, die wegleidt
22 02 2021 ‘ben, wat ik ben’, zijn wat het is, werkelijkheid onbereikbaar waar
het zijn is, de taal schept, woorden roepen op, mijn ervaren maakt mee
24 02 2021 boeddha maakt nog meer beheersbaar in de zoete rust van schijnbaar goed
onbenoembaar, het is alleen mee te maken is de conclusie
het idee van één malig, uniek, nooit eerder wat beeld je je in
25 02 2021 vrede en vertrouwen ongrijpbaar bestaan. en dan mij toevertrouwen
28 02 2021 op stelten door het leven, de top toont afgrond hoe meer zo minder
01 03 2021 er is iets groter grootser groots dan ik in mij eigen en ook niet
02 03 2021 allen hetzelfde het – zelf – de, waar ons anders schijnen blijkt als ‘ik
afgewezen voelt als ontoereikend, herhaald verloren voelen
03 03 2021 afhankelijk: wat vinden zij. en ik, daarvan: en schipper daarna daartussen
realiseer en zie mij, vraag mij af en her- ken: ben, die ik was
04 03 2021 schrijven, zoeken naar een aanvaardbaar verband. zo mijn thuis vinden
iets ervan vinden is mijzelf profileren zie mij nou toch eens!
alles een fase met een voor en een na, een deel van veel groter
06 03 2021 meer, groter dan ik kan beseffen. als onder deel maak ik dat mee
ik ben mijzelf steeds minder tot last, dat geldt (nog?) niet voor mij, maar eens?
10 03 2021 mijn boeken nu ziend besef wat dat betekent: steeds slechts schimmig ziend
het kind vraagt aandacht en zij is verongelijkt dus spanningswoede
11 03 2021 de zin? liefde, die verbondenheid, inbeddend ingebed bestaan
taal puzzelt woorden tot elkaar tot een zin tot een aansprekend beeld
16 03 2021 mijn onvermogen voed mij. ik tast gedreven naar onbereikbaar
wat geeft vertrouwen wat doet vertrouwen. en hoe geef ik vertrouwen
het is is en ik ben een geharnaste vorm daarin en omheen
25 03 2021 emoties spreken hun taal over mijn bestaan dit, om te helen
een idee is een zienswijze, opvatting schijn van bereikbaar
26 03 2021 de referentie is rust. alsof dat leven is vertel ik mij
relaties, fases ik ben, die ik was en ook hoe ik werd en word
leeftijd, dat weet ik nog niet. elke dag weer een ander beleven
28 03 2021 overstelpend steeds weer de verwachting. schijn van meer dan mogelijk
01 04 2021 het gaat om de grond basis, die huisvest. om dat wat blijvend wegvaart
de oorsprong is iets als niets. het is. zich scheppend verwoordend tot vorm
02 04 2021 streven naar wat ik besef, maar niet ken en nooit zal kunnen kennen
03 04 2021 ervaar, neem waar, zoek lees en vervind; ongelijk blijkt steeds toch verwant
05 04 2021 wat is, is niet niets maar ook niet iets: vorm en tegen- vorm heffen elkaar op
altijd hetzelfde zo dichtbij dat het erg ver en verdwenen lijkt
grondvertrouwen, vorm met of zonder god: het doel heiligt het middel
06 04 2021 zie ik de ruimte of een beperking. of is het soms elkaar gelijk
07 04 2021 steeds weer het beeld, dat vertaald en taal, die verbeeldt het herschept mij steeds
10 04 2021 op afstand helder dichtbij het eigen verhaal dat van zichzelf spreekt
11 04 2021 jij hebt geen houding jij bent het; bent dat, wat je doorvoelend meemaakt
|
|||||